In 2013 heeft het Europese hof bepaald dat zonnepanelen onder de btw vallen.
De belastingdienst deed sindsdien veel inhoudelijk verschillende uitspraken over of btw van toepassing is in de praktijk van corporaties. Sinds 2018 lijkt er lijn in te komen, en wel als volgt:
- Geen bijdrage huurder of geïntegreerde panelen (indak-systemen)? Dan is btw niet van toepassing.
- Wel bijdrage van huurder, “roerende panelen”
- Eengezinswoningen: btw aftrekken over investering en onderhoudskosten, afdragen over inkomsten
- Collectieve meter: niet duidelijk (overleg tussen een corporatie en de belastingdienst loopt, onder mijn begeleiding)
- Kantoor / SDE+: afhankelijk van hoeveel wordt teruggeleverd.
Op 25 februari 2019 is volgens dit bericht van Deloitte een uitspraak gepubliceerd waarin de rechter voor eengezinswoningen deze lijn volgt. De verhuurder wilde btw aftrekken van de investering, de belastingdienst ziet dit anders, de verhuurder krijgt gelijk. In een rapport van Fakton voor branchevereniging Aedes van november 2021 werd e.e.a. ook bevestigd. Zie hier het rapport met enkele opmerkingen van ondergetekende.
Omdat corporaties bij de investering btw kunnen aftrekken, en over de inkomsten zouden moeten afdragen, is er een risico als btw-aftrek terzijde wordt geschoven. Immers, een ijverige inspecteur kan zich over enkele jaren op het standpunt stellen dat btw moet worden afgedragen over de inkomsten, ook al is men vergeten btw af te trekken over de inkomsten.
Het terugvragen van BTW op investeringen kan vijf jaar terug. U hebt dus de plicht om btw af te dragen over uw inkomsten, en het recht om btw terug te vragen over uw uitgaven van de afgelopen vijf jaar.