Terwijl de onzekerheid over de saldering boven de markt blijft hangen, en Aedes en de Woonbond alvast maar alarm slaan, wordt het verdienmodel vooralsnog alleen maar beter.
Rekent u mee:
- De opbrengsten van zonne-energiesystemen waren in 2019 met 0.93 kilowattuur per wattpiek weer hoger dan het 30-jarig-gemiddelde van 0.875 kwh per wattpiek (volgens universiteit utrecht).
- De kale stroomprijzen blijven constant, maar door stijging van belastingen neemt de besparing van zonnestroom ook toe. Rekenden we in 2018 nog met 20,3 cent per kWh in eerste schijf, wordt dit nu 21,2 cent per kWh. Voor de tweede schijf energiebelasting (boven 10.000 kWh per meter per jaar, veel collectieve meters) stijgt de stroomprijs van 15,9 cent per kWh naar 16,7 cent per kWh. Hier de onderbouwing.
- De prijzen van panelen zijn in 2019 gedaald. Dit zie ik in de marktprijzen van groothandels en bijvoorbeeld hier en hier. Wat belangrijker is, is dat het vermogen per paneel toe is genomen, van grofweg 280 wattpiek naar grofweg 310 wattpiek, dus 10% erbij. Omdat de kosten voor constructie, micro-omvormers **, bekabeling, installatie, monitoring, onderhoud en beheer niet afhankelijk zijn van het vermogen van een paneel, worden al deze kostenposten per wattpiek vermogen dus 10% goedkoper. Dus in absolute zin worden de installaties duurder, maar per wattpiek vermogen en dus per opgewekte kWh worden ze goedkoper. Daar kan een beperkte stijging van de arbeid nooit tegenop; uw rendement wordt hoger.
- Rond monitoring zie ik dat steeds meer grote spelers de productiemeters danwel omvormers met eigen simcard omarmen. Hiermee kan zonder internet van de huurder op afstand de productie worden uitgelezen. De toeleveranciers werken met een staffel bij volume-inkoop voor de meter en de jaarlijkse simcard, en de monitoringsportals zijn gebouwd. Dit betekent dat ook hier aanzienlijk kan worden bespaard.
** bij string-omvormers kan het zo zijn dat door een hoger vermogen van de panelen, een iets grotere en daarmee duurdere omvormer moet worden gekozen.