The big why: naar een energieneutrale wereld en de rol van de Nederlandse woningvoorraad daarin

The big why?

Steeds vaker wordt mij gevraagd:

  • wat vind jij van nul-op-de-meter-projecten?
  • hoe passen zonnepanelen in een energieneutrale voorraad?
  • zijn zonnepanelen no-regret?
  • heeft dat labels scoren wel zin?
  • wat moet onze strategie zijn?

Allereerst is het geweldig dat steeds meer mensen in de sector dat soort vragen beginnen te stellen. Het bewustzijn van de wereldproblematiek en het verantwoordelijkheidsgevoel is enorm gestegen.  Veel mensen in de corporatie-sector zijn zoekende naar hun “big why”: wat heeft de wereld nodig, waar zijn we goed in, waar houden we van, en waar worden we voor betaald?

Dit is mijn big why… of big how. Ik hou me aanbevolen voor reacties.

Wat heeft Nederland, en de wereld, nodig?

Ik heb 2 kinderen, en ik wil de wereld leuker achterlaten dan hij is. Klimaatproblemen leiden tot droogte, droogte leidt tot oorlogen, en oorlogen leiden tot ellende. Dus wat de wereld nodig heeft is een antwoord op klimaatverandering. Maar hoe dan?

Volgens Milieucentraal wordt de CO2-uitstoot van een huishouden voor 18% veroorzaakt door elektriciteit- en gasgebruik in de woning (4,0 ton op 22,5 ton), zie figuur van milieucentraal.  Naast elektriciteit- en gasverbruik in de woning, blijft er nog 82% CO2-emissie over.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) schat dat we meer dan 2x het grondoppervlak van de provincie Utrecht met zonnecellen moeten bedekken, om in onze nationale energievraag te voorzien. Want er past maar 17% van wat we nodig hebben aan zonne-energie op onze daken (bron: artikel Volkskrant van hoogleraar Wim Turkenburg). En dat is logisch: we wonen met veel mensen in een klein land, we verbruiken veel energie per persoon, we hebben geen waterkrachtcentrales omdat we geen bergen hebben.

Gelukkig is het op wereldschaal een stuk beter. Er is maar 1% van het aardoppervlak van de wereld nodig om zonne-energie voor de hele wereld te genereren. Zie artikel van zonne-energie-professor Wim Sinke in Trouw Want de rest van de wereld heeft 13% van het aantal mensen per m2 van Nederland, die mensen gebruiken veel minder energie, en ze hebben meer zonne-uren. Je snapt waarom zonne-energie gezien wordt als o.a. de redding voor Afrika (net-onafhankelijk, veel zon, veel ruimte, lage energieconsumptie per hoofd van de bevolking, …).

En we zijn op weg naar die 1%, en de meerderheid daarvan staat gewoon op de grond. In de maand juni 2017 installeerde China 45 miljoen zonnepanelen in het open veld. Dat is 3x zoveel als de panelen die je nodig hebt, om alle 2 miljoen woningen van woningcorporaties van 8 panelen te voorzien. In Nederland werd in de voorjaarsronde SDE+ voor 1.2 miljoen panelen subsidie aangevraagd voor grote zonneparken, op locaties ver buiten de randstad. Het is logisch om die zonnepanelen op de grond te plaatsen, als het goedkope grond is. Het is goedkoop in investering en onderhoud, hoge opbrengst, niemand heeft er last van.

De opslag van energie, en verdere innovatie in duurzame energie-opwekking, is de kern van de oplossing

Ik zeg niet dat het verstandig is om China, de Sahara (of de Achterhoek) vol te laten leggen met zonnepanelen, en enkel die stroom te importeren. Dan creëer je een nieuwe afhankelijkheid.

Wel denk ik dat de opslag van energie, om deze “tijd- en plaatsonafhankelijk” te maken, de kern van de oplossing is. De natuur heeft het gelukkig zo geregeld dat in de zomer de zon veel oplevert, en in de winter de wind. Allerlei partijen zijn bezig met accu’s of transport van stroom op niveau van Nederland of Europa.

Verder is van belang dat zonne-energie zich verder ontwikkelt. Zonnepanelen moeten meer zonlicht omzetten in elektriciteit en warm water, flexibeler worden om toegepast te worden op gevels/kleding/voertuigen, en goedkoper worden.

Duidelijk is dat innovatie van morgen gedreven wordt door  de vraag van vandaag. Hoe meer er geproduceerd wordt, des te sneller het gaat. Er is een bepaalde productie nodig, om de innovatie verder te brengen (zie  figuur learning rate: als de productie verdubbelt, gaat de prijs 20% omlaag – al 33 jaar lang).

(En, buiten de scope: we moeten onze voeding veranderen. Wij eten lekkere vegetarische kipstuckjes en burgers , vanochtend heb ik soya-melk gedronken in mijn muesli, in plaats van gewone melk.)

 

 

Dus: waar is de corporatiesector goed in, waar houden we van, waar worden we voor betaald?

De kern voor het werk in de bestaande woningvoorraad van de corporatiesector is het doen van slimme investeringen met (op termijn?) lagere woonlasten voor kwetsbare doelgroepen.

Ik schat in dat het heel prettig is als de woningvoorraad van woningcorporaties binnen afzienbare termijn zonder gas kan. Zoals ik het begrijp heb je daarvoor in veel gevallen een goed geïsoleerde woning en een warmtepomp nodig, ofwel een opslagsysteem, geothermie, … Als ik boekjes zoals van Urgenda lees, zie ik niet al te grote bedragen (30.000 euro) en logische oplossingen waarmee woningen bijna geen stroom meer nodig hebben.

Ik zet vanuit dat uitgangspunt vraagtekens bij de logica en het rendement van diverse nul-op-de-meterprojecten vanwege:

  • de extra kosten die gemaakt worden om die elektriciteitsrekening van “een beetje” naar “nul” te krijgen. Het kost voor zover ik kan overzien  heel veel om nog net wat extra energie te besparen, en nog net wat extra op te wekken (hogere daken, overstekconstructies, dure panelen met zeer hoog vermogen, koeling achter de panelen, …). En hoe zinvol is dat, in relatie tot de constatering dat je dan toch nog 82% energievraag van een huishouden overhoudt (zie boven).
  • de disbalans tussen de opwekking van elektriciteit in de zomer en afname in de winter is groot. Het verdienmodel staat of valt bij de salderingsregeling. Natuurlijk kan je dat op niveau van de woning oplossen met een hele grote accu in je kruipruimte. Echter, dat kan in mijn beleving veel slimmer en goedkoper worden geregeld op niveau van Nederland of Europa (zie nogmaals deze link).
  • de zeer lange afschrijvingstermijnen die worden gehanteerd, laten geen ruimte meer voor toepassing van nieuwe innovatievere oplossingen zodra die beschikbaar komen.

Uitgangspunten voor advisering

Waar ben ik goed in, waar hou ik van en waar word ik voor betaald?

Ik richt me in mijn advisering op:

  • het vinden en toepassen van gezonde verdienmodellen op basis van de huidige regelgeving. Dus kijk ik naar salderen (en wat daar op termijn voor terugkomt), SDE+, step-subsidie, het betalen van zo weinig mogelijk energiebelasting.
  • reële afschrijvingstermijnen. Met alle innovatie die je mag verwachten (waarop je mag hopen) is het niet reëel zonnepanelen of led-verlichting over langer dan 20 jaar af te schrijven. Het zou naïef zijn te stellen dat je met 8 panelen op een sociale huurwoning het co2-probleem definitief oplost. Daarom is het een goed plan om de generatie panelen die je nu gaat aanschaffen, in 20 jaar af te schrijven.
  • met de vraag van vandaag, stimuleren van innovatie van morgen.